Deze steen is een replica. Het Romeinse origineel, dat in Domburg werd gevonden, werd in 1781 door de heer Van de Perre aan Brussel geschonken en bevindt zich thans in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel, inv.nr. B000191-001. Volgens L.J.F. Janssen (1845) werd de steen in 1735 op het strand gevonden.
De inscriptie luidt: Deae Nehalenniae / T(itus) Calvisius / Secundinus / ob meliores actus: 'Aan de godin Nehalennia T(itus Calvisius) Secundinus wegens betere resultaten' (vertaling Stuart 2013, 52).
In ruil voor dit gipsen afgietsel stond het Zeeuws Genootschap een tempelsteen in bruikleen aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden af (inv.nr. 1403-3017).
L.J.F. Janssen, De Romeinsche beelden en gedenksteenen van Zeeland, Middelburg 1845, pl. XV nr. 28
Archief 1845, 67-72
Archief 1878, 241 noot 1
A. Hondius, The temple of Nehalennia at Domburg, Amsterdam 1955, 42
P. Stuart, Nehalennia van Domburg, Geschiedenis van de stenen monumenten, Utrecht 2013, dl. 1, 52-53; dl. 2, 22-26