Mineralenverzameling 1843
In februari 1843 presenteerde conservator Adriaan Abraham Fokker de eerste handgeschreven catalogus van de collectie mineralen. Hij had deze opnieuw geordend en gerangschikt volgens het stelstel van F. von Kobell, Grundzüge der Mineralogie, Nürnberg 1838. De verzameling behelsde op dat moment 788 stukken. In 1869 zou deze catalogus samen met die der gesteenten in druk verschijnen.
Al vanaf de eerste jaren schonken leden mineralen aan het Genootschap. De eerste was Johannes Mauritz, die in 1771 een verzameling mineralen en petrefacta aanbood, twee jaar later gevolgd door president Winckelman en Adrianus van 's Gravezande. Al deze stukken kregen een plaats in de laden van de grote kabinetten in de vertrekken van het Genootschap in Vlissingen. Bijna jaarlijks kwamen er aanwinsten bij. Een belangrijke uitbreiding vond plaats in 1788 toen een groot aantal agaten en andere stukken op de veiling van de nalatenschap van Leendert Bomme verworven werden. Zowel het Vlissingse bestuur als het Middelburgse departement kochten toen stukken aan. Ook na het samengaan van beide departementen werden in de eerste decennia van de negentiende eeuw aanwinsten verworven, onder meer in 1808 toen in Spa een Cabinet Portatif de Minéralogie werd aangekocht.
Bijna alle mineralen die in de catalogus van Fokker genoemd worden, zijn inmiddels teruggevonden. Hier is een selectie daaruit opgenomen.