Encyclopedie van Zeeland I, 501
Archief 1962, 95
Archief 1964, 30
Archief 1966, 3
Dochter van houtkoper Carolus Mattheus Ghijsen en Petronella Susanna Jeannette Proos. Zij studeerde Nederlands in Leiden en promoveerde op Betje Wolff. Ghijsen bleef ongehuwd. Ze stelde, geholpen door mej. K. van de Putte, het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten samen. In 1954 werd zij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau, in 1957 ontving zij de Zeeuwse Culturele Prijs. In 1964 werd zij benoemd tot erelid van het Zeeuws Genootschap.
In Archief schreef zij 'Kenmerken van het Zeeuws accent', 'Uit brieven van mijn vader, Carolus Mattheus Ghijsen' en 'Verzameling van West Zeeuwsvlaamse uitdrukkingen, gezegden, spreekwijzen en merkwaardig woordgebruik, samengesteld door leden van de commissie van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen en van de Heemkundige Kring voor West Zeeuwsch-Vlaanderen'.
Biografisch portaal: 08548663