1775: stuk brood uit de cassavewortel
stuk brood van sago
kei uit de krijtbergen bij Kent
enige zeegewassen
twee bloemen uit schelpen samengesteld
1776: verentooi, G2350
hoorns en schelpen waaronder twee nautilusschelpen, NHG00005
twee pierres de Bade
1778: zeerups in liquor
1780: stuk asbest
F. Nagtglas, Levensberichten van Zeeuwen, dl. II, Middelburg 1893, 770
Verhandelingen I (1768) 546
Verhandelingen II (1771) 465
Verhandelingen III (1773) 615
Verhandelingen V (1776) 465
Encyclopedie van Zeeland III, 178
Archief 2002, 91, 96, 107
1766: Verhandeling over een passagie uit Josephus
1766: Verhandeling over de waere ligplaets van de stad kaditis bij Herodotus gemeld
1766: Eenige aantekeningen over de Heilige Geographie van den Proff. Bachiene
1766: Een stuk over de Heilige Geographie
1768: Een verhandeling over het woord Eretz
1769: Aanmerkingen over de Heilige Geographie
1769: Vervolg aenmerkingen over de Heilige Geographij
1769: Verhandeling tot opheldering van enige duistere plaatsen der H. Aardrijkskunde
1770: Een zonderling bericht aangaande een kompas, wiens polen door een donderslag veranderd waren
1772: Over den oorspronk der naam Nehalenia
1772: Essai sur les moijens propres à soutenir la population en Europe
1772: Verhandeling over uitvinding om het gebruik der brandspuiten op de schepen algemeen te maken
1772: Eenige geneeskundige waarnemingen
1774: Vervolg over het woord Eretz
1777: Vervolg over de Heilige Aardrijkskunde
Studeerde theologie in Utrecht en werd in november 1755 predikant in 's Waal en Honswijk. In 1765 werd hij beroepen in Vlissingen. Trouwde 1758 Margaretha Leuveling (1738-1783). Hun portretten bevinden zich in de collectie van het Rijksmuseum Amsterdam. Tjeenk was mede-oprichter van het Zeeuws Genootschap en nam plaats in de jury van diverse prijsvragen. Zie hiervoor Archief 2002.
In de Verhandelingen schreef hij 'over Oobh en Erets', 'Bijdragen tot de Heilige Aardrijkskunde', 'Bericht wegens de miswijzing van het Compas door den donder' en nogmaals 'Bijdragen tot de Heilige Aardrijkskunde'.
In 1781 ontstonden er grote problemen met president Winckelman over de wijze van aanbieding van het nieuwe programma aan het stadsbestuur. Tjeenk werd gevraagd zich 'met minder drift, meerder omzigtigheid en betamelijkheid' binnen het Genootschap te gedragen. Archief KZGW, inv.nr. 59 scan 38-49 en Archief KZGW, inv.nr. 59 scan 57-67
Biografisch portaal: 99771419