1781: Oost-Indische tinertsen, NHG10593, NHG10594, NHG 10597, NHG 10598, NHG 10600
1784: tinerts uit Malakka, NHG10596, NHG10599
1787: Catalogus Animalium Musaei Houttuijniani
1792: enige dissertaties uit Upsala
1781: Over het onderscheid der salamanderen van de haagdissen en gekkoos
1782: Over het onderscheid der zwarte en witte peper
1783: Zijne waarnemingen over het onderscheid tussen zwarte en witte peper
1784: Eenige proeven van 't Maraksche Tin-ertz
1785: Over de kaneel, met aanmerkingen van hoogleraar Thunberg
1792: Over de kleur wisselende of weerschijn kapellen, Hs 4285
Oudste zoon van Willem Maartenszn Houttuyn en Aagje Zeylemaker. Hij trouwde 1750 met Hester Hoorn. In Amsterdam richtte hij een eigen uitgeverij op waar hij onder meer zijn 37-delige Natuurlyke Historie of uitvoerige Beschryving der Dieren, Planten en Mineraalen, volgens het Samenstel van den Heer Linnaeus uitgaf.
In 1786 diende hij twee voorstellen voor prijsvragen in. Een van zijn voorstellen werd overgenomen. Zie hiervoor Archief 2002.
In de Verhandelingen schreef hij 'Het onderscheid der Salamanderen van de Haagdissen in 't algemeen, en van de Gekkoos in 't byzonder', 'Beschryving van eenige Oostindische Tinertsen', 'Het onderscheid der zwarte en witte peper, en afbeelding van 't gewas der staartpeper', 'Beschryving van de Malakse Tin-Erts, en derzelver Mynen' en 'Aanmerkingen over de Kaneel, op Ceylon gemaakt, door Cas. Petr. Thunberg, vertaald en met eenige Aantekeningen vermeerderd'.
Biografisch portaal: 68948470