Voorzijde: Borstbeeld van Willem IV, met daarboven WILHelmus CARolus HENRicus FRISO Dei Gratia ARAVSiæ ET NASSaviæ PRinceps TOTius BELGii LIBeri GVBernator &Cetera MDCCXLVII (Willem Karel Hendrik Friso, door Gods genade prins van Oranje en Nassau, stadhouder van het gehele vrije Nederland etc. 1747). Op een versierd bord daaronder HOC INCOLVMI MENS OMNIBUS VNA (Zolang deze behouden blijft zal er eensgezindheid zijn).
Keerzijde: De voorzienigheid in de gedaante van een vrouw op een wolk, met in de handen ’s lands privilegiën, grondwetten en de bijbel. Daarachter een hoorn des overvloeds. Daarnaast een zuil als zinnebeeld van bestendigheid en standvastigheid. NE DISSIDIIS RUMPANTUR (Opdat zij niet door verdeeldheid ten onder gaan). In de afsnede TOTius BELGii LIBeri GVBernator HAEReritarius MDCCXLVII (Erfstadhouder van het volledig vrije Nederland 1747).
Aangekocht voor f 3,75 op de verkoping van de meubilaire goederen van dhr. Tobiassen Wulphert, 20 november 1822.
J.G. Holtzhey en M. Holtzhey, Catalogus der medailles of gedenkpenningen betrekking hebbende op de voornaamste historien der vereenigde Nederlanden, Amsterdam 1755, 52
Beschrijving der Nederlandse Historie-penningen ten vervolge op het werk van Mr. Gerard van Loon, Amsterdam 1821, dl. IV, 242
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 35 nr. 802
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 36