Voorzijde: Het Verenigd Nederland, rustend in de schaduw van een bloeiende en vruchtdragende oranjeboom, zittend op een provincie-leeuw met pijlbundel. In de linkerhand een olijftak en offerschaaltje, in de rechterarm een speer met vrijheidshoed. SECURA, QUIETA, GRATA GAUDEAT (Dat ze veilig, in rust en dankbaarheid, zich moge verheugen). In de afsnede BELGIVM FOEDERatum (Het Verenigde Nederland).
Keerzijde: De tijd als grijsaard, zittend op een pak koopmanschappen. Hij rust op een vierkante steen met het wapen van Willem IV. Met de passer tekent hij een halve kring, die een halve eeuw voorstelt. Daarachter het onheil dat de jaren daarvoor toegeslagen heeft. Daarboven GRATIÆ ILLVXIT AVRORA DIVINÆ (De dageraad van de goddelijke genade is aangebroken). In de afsnede het jaartal MDCCL, met daarboven de naam van de medailleur Iohann Georg HOLTZHEY FECit.
J.G. Holtzhey en M. Holtzhey, Catalogus der medailles of gedenkpenningen betrekking hebbende op de voornaamste historien der vereenigde Nederlanden, Amsterdam 1755, nr. 64
Beschrijving der Nederlandse Historie-penningen ten vervolge op het werk van Mr. Gerard van Loon, Amsterdam 1840, dl. IV, 292
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 36 nr. 813
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 37