Voorzijde: Buste van Julia Domna, de vrouw van Septimius Severus, met gevlochten haar naar rechts, IVLIA AVGVSTA.
Keerzijde: Venus, staand frontaal, hoofd naar links, appel in de uitgestrekte rechterhand, VENVS FELIX.
Deel van een verzameling van 59 Romeinse, Merovingische en Karolingische munten die door een arbeider in een stenen pot op het strand van Domburg is gevonden. De pot is gebroken en verloren gegaan. De munten zijn aangekocht door Cornelis Johannes Serlé, die ze op 28 mei 1799 geschonken heeft aan het Zeeuws Genootschap.
Afgebeeld in de eerste verhandeling van C.A. Rethaan Macaré plaat I nr. 14.
C.A. Rethaan Macaré, Verhandeling over de bij Domburg gevondene Romeinsche, Frankische, Brittannische, Noordsche en andere munten: voorgedragen in het perpetueel committé van het Zeeuwsch Genootschap der wetenschappen, den 9 october 1837, Middelburg 1838, 9
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 60 nr. 389
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 218