Voorzijde: Altaar bestraald door het alziend oog, met daarop twee aaneengesmede brandende harten. Op de voorzijde van het altaar drie in elkaar gestrengelde slangencirkels en op de voet ☧. Rechts een obelisk met zwaan en daarop Luther, links een obelisk met hart en daarop Melanchton. In de afsnede GEVierd Den 2 NOVember 1817.
Keerzijde: TER GEDACHTENIS VAN HET DERDE EEUWFEEST DER HERVORMING.
J. Dirks, Beschrijving der Nederlandsche of op Nederland betrekking hebbende penningen geslagen tussen 1813–1863, dl. 1, Haarlem 1889, nr. 124
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 40 nr. 903
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 47