Voorzijde: Altaar met daarop het kruis der Liefde, bovenop een opengeslagen bijbel. Daarvoor een vrouw als zinnebeeld van de Waarheid met borstwapen en schild des geloofs, aan de voeten het anker van de Hoop. Daarboven het Alziend Oog. Vanuit de afgrond aan de rechterzijde worden pijlen afgevuurd op de bijbel die daardoor niet gedeerd wordt. De Waarheid wijst op een rots met de verwijzing naar het bijbelboek MATTHeus XVI 16-18. In de afsnede het wapen van Holland op lauwertakken en de signatuur I.G. HOLTZHEY FECit.
Keerzijde: Krans van eikenloof met het omschrift PRAEMIVM SOCIETAS HAGANAE PRO VINDICANDA RELIGIONE CHRISTIANA (Beloning van het Haags Genootschap tot verdediging van de christelijk godsdienst). De ruimte in het midden voor inscriptie is blanco.
Beschrijving der Nederlandse Historie-penningen ten vervolge op het werk van Mr. Gerard van Loon, Amsterdam 1865, dl. IX, nr. 633
J. Dirks, Penningkundig repertorium, Leeuwarden 1879-1890, dl. IV, nr. 2014
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 44