Voorzijde: Zittende stedenmaagd met hoorn van overvloed en het stadswapen van Middelburg. Ze is omgeven door vaten en zakken, op de achtergrond schepen. Daaromheen DAT WELVAART EN SEGEN SY RYCK EN MILDE. Bovenin in klein schildje ANNO. Onder de maagd een schildje met de initialen CH.
Keerzijde: Gekroonde weegschaal, waarboven een stok met kaarsen en twee hammen. Daarnaast zijn aan de rechterkant een spitse ton en links een pot geplaatst. Eronder bevindt zich een stapel van vier in grootte verschillende kazen en een ronde schotel tussen een kan en een glas. Daaromheen BY AL DE LEDEN VAN T VETTE WARY GILDE. Bovenin een klein schildje met het jaartal 1803.
Uit de gildeadministratie vastgelegd door M.G.A. de Man:
1803. Betaald aan den zilversmit J. ROELOFSE voor het maken en leveren van twee zilveren in 't vuur vergulde gildepenningen, volgens rekening en quitantie £ 3.15.
M.G.A. de Man, Iets over het Vettewariersgilde te Middelburg en over een tot nu toe onbekenden begrafenispenning van dit gilde, in Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1901, 37-54
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 45 nr. 1028
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 130
J. Dirks, De Noord-Nederlandsche gildepenningen, dl. 1, Haarlem 1878, 379
J. Dirks, De Noord-Nederlandsche gildepenningen, Atlas van platen, Haarlem 1879, pl. LXXI nr. 50
D.A. Wittop Koning, De penningen der Noord-Nederlandse ambachtsgilden, Amsterdam 1978, 30 nr. 24.5