Voorzijde: De Nederlandse maagd met de blik omhoog naar stralend hemellicht met de linkerhand op de borst en met de rechterhand offerend op een brandend altaar, waartegen het Nederlands wapenschild rust. Daaromheen SALVO PRINCIPE - GRATA PATRIA. (Het dankbare vaderland voor het behoud van de prins). In de afsnede MDCCCXXXV en de signatuur Van Der Kellen.
Keerzijde: Tussen twee oranjetakken PRINCIPI ARAVSIACO CONVALESCENTI Salutem (De herstellende prins zij heil gewenst).
J. Dirks, Beschrijving der Nederlandsche of op Nederland betrekking hebbende penningen geslagen tussen 1813–1863, dl. 1, Haarlem 1889, nr. 507
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 41 nr. 947
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 52