Voorzijde: Knielend voor een altaar met twee brandende harten houdt het echtpaar elkaars hand vast. Vanuit de wolken beschenen door een hemels licht strooit een genius (Hymen) met een fakkel in zijn hand bloemen uit, dit alles gadegeslagen door Zeeland voorgesteld als zittende maagd, die het provinciale wapenschild met haar linkerhand vasthoudt en in haar rechterhand een speer met vrijheidshoed. Aan haar zijde de Religie, hier voorgesteld in de gedaante van een engel met een vlam op haar hoofd, haar linkerhand wijzend naar de hemel. Achter het echtpaar een magistraat met mantel (Willem van Citters, burgemeester en directeur van de VOC, vader van de bruidegom) achter hem een engel met faces (symbool van macht) en links een man in harnas met commandostaf (Jan Cornelis Ockerse luitenant-admiraal van Zeeland, de vader van de jonge bruid). In de verte een schip op zee. Omschrift: PROLEM DENT IOVE DIGNAM (een kind dat Jupiter waardig is). In de afsnede: CONIVGIO IVNCTI IV. NONARVM APRILIS, MDCCXXXVII. Gesigneerd: MART:HOLTZEY FEC.
Keerzijde: Tussen het wapen van Middelburg en familiewapens met symbolen van handel (vaandel met M:VOC), scheepvaart (anker) bestuurlijke macht (faces), een lans, kanon en commandostaf (bevelhebber) betrekking hebbend op de functies van beide vaders: CASTIS AMORIBVS NOBILISSIMI IVVENIS ARNOLDI A CITTERS. G.F.J.V.D. MAGISSTRATVI MEDIOB.CREANDO SVFFRAGATORIS, &c. ET GENEROSISSIMAE VIRGINIS. SARAE JACOBAE OCKERSE, FAVTORES ARTIVM, D.D.D
J. Dirks, Penningkundig repertorium, Leeuwarden 1879-1890, dl. III nr. 603
M. Nahuys, Médailles et jetons relatifs à l'histoire des dix-sept anciennes provinces des Pays-Bas, in Revue Belges de Numismatique 1878, 123
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 34 nr. 781
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 34