Voorzijde: Borstbeeld van Willem IV naar rechts. Daaromheen Wilhemus Carolus Henricus FRISO, Deo Gratia PRinceps ARausiæ ET NASSAViæ ETCetera MARCHio VERÆ & VLISSINGÆ (Willem Karel Hendrik Friso, door Gods genade prins van Oranje en Nassau enz. Markies van Veere en Vlissingen).
Onder het borstbeeld I.G.HOLTZHEY
Keerzijde: Het vorstelijk stamhuis in de gedaante van een vrouw, leunend op een wapenschild met daarop het wapen van de prins. Daarvoor knielend twee vrouwen die Veere en Vlissingen voorstellen, met de wapens van die steden. Daarboven SIC FAS EST (Zo hoort het). Op de afsnede VERA ET VLISSinga REVERSIS MDCCLI (Veere en Vlissingen teruggekeerd).
J.G. Holtzhey en M. Holtzhey, Catalogus der medailles of gedenkpenningen betrekking hebbende op de voornaamste historien der vereenigde Nederlanden, Amsterdam 1755, nr. 66
Beschrijving der Nederlandse Historie-penningen ten vervolge op het werk van Mr. Gerard van Loon, Amsterdam 18410, dl. IV, 297
J. Dirks, Penningkundig repertorium, Leeuwarden 1879-1890, dl. III nr. 1162
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 36 nr. 816
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 37