Kaurischelpen komen veel voor bij de Malediven, een eilandengroep ten zuidwesten van India en Sri Lanka. Ze worden gevangen door bundels palmbladeren in zee te leggen. Dergelijke schelpen werden ter versiering op kleding en objecten vastgezet. Ook brachten VOC-schepen in de zeventiende en achttiende eeuw scheepsladingen vol kaurischelpen mee naar Zeeland. Vanuit Zeeland vertrokken schepen naar West-Afrika, waar handelaren slaven kochten met kaurischelpen. Eén slaaf kostte 50.000 tot 100.000 schelpen. Voor de kust van Walcheren zijn verschillende schepen met ladingen van kaurischelpen vergaan, zoals de Bantam bij Vlissingen (1697) en de Reigersbroek bij Westkapelle (1738).