De mantelpin is in drie delen gevonden op het strand Domburg-Oostkapelle. Recentelijk bleek dat deze onderdelen bij elkaar zouden kunnen horen. Op de zijkanten van de kop zitten vier lege vattingen voor (glas)pareltjes en/of siersteentjes.
Van dit soort zilveren pinnen met filigreinwerk is er op hetzelfde strand nog een gevonden. Dat vormt samen met een gedecoreerd oorlepeltje een 'toiletsetje', in bezit van het Zeeuws Museum. Ook bij Dorestad zijn twee van dergelijke pinnen gevonden. Lang werd gedacht dat dit type mantelpinnen Scandinavisch was. Inmiddels vermoedt men dat ze in de Nederlanden (op Walcheren?) zijn gemaakt en dat ze de Scandinavische decoratiestijl beïnvloed hebben.
De pin en het ringetje hebben de nummers 0032-34-69 en 0039-45. De pin komt uit de collectie die door C.A. Rethaan Macaré in 1837 werd beschreven, het ringetje uit de collectie van Marie de Man. De herkomst van de kop is niet bekend.