Staaf zilver omgebogen tot een haak. De zijkanten werden gestempeld. De staaf kon ook als hakzilver worden gebruikt.
Op het eiland Ceylon was de larijn gedurende de VOC-tijd een veelgebruikt lokaal betaalmiddel. In 1785 bedroeg de waarde van de zilveren larijn 9½ stuiver. Er werden toen halve larijnen geproduceerd die de uiterst ongewone waarde kregen van 4¾ stuiver.
Ten gevolge van oorlogsdreiging, toen het zilver uit de circulatie verdween, besloot de VOC het voorradige Japanse staafkoper om te munten in koperen larijnen.
Archief 1991, XXIII
M. Mitchiner, Oriental Coins & Their Values: Vol. 3 - Non-Islamic States and Western Colonies A.D. 600-1979, London 1979, 2157-2462