Voorzijde: Prins Willem II en Maria Stuart geven elkaar de hand onder een duif met stralenkrans (de Heilige Geest) en twee engelen met een krans. In de afsnede: Londini desponati Wilhelm et Maria, Ano 1641, 12 Mai (Willem en Maria, de 12e mei 1641, te Londen getrouwd).
Achter Maria: Albionem genuit rex me summusque monarcha Carolus, et sponsam met jubet esse tuam (Karel, de koning en opperheerser van Groot-Brittanie, heeft mij voortgebracht en tot bruid voor u geschikt). Achter prins Willem: Princeps me Henricus genuit, fortissimus heros Nassaviæ, et sponsum met jubet esse tuum (Prins Hendrik, de dapperste held van Nassau, heeft mij voortgebracht en tot bruidegom voor u geschikt).
Keerzijde: Prins Willem, bewaakt door een engel met ontbloot zwaard, ontvangt een vruchtdragende olijftak van Ceres, godin van de akkerbouw en moederliefde. Daarboven Bellonam Princeps Pallas Pedibus gerit; et Pax Floret, et Alma Ceres Concert Sacro Alite Fruges (De prinselijke Pallas vertreedt Bellona, de vrede bloeit, en de alvoedende Ceres brengt onder ’s hemels gunst haar vruchten toe).
G. van Loon, Beschrijving der Nederlandse Historipenningen, ’s-Gravenhage 1726, dl. II, 258.1
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 22 nr. 522
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 16