Voorzijde: Gekroonde stedenmaagd van Middelburg zittend onder een oranjeboom met hoorn des overvloeds, mercuriusstaf en korenaren in de rechterhand en steunend met de linkerarm op een schild met het wapen van Middelburg. Daarachter een zuil met daarop kroon en scepter, met op de zuil de woorden HEIL DES VOLKS. Aan haar voeten het nieuw gegraven kanaal en daarachter de stad Middelburg. Daaromheen ONDER ZIJNE SCHADUW HERLEEFT MIJNE WELVAART. In de afsnede HULDE van MIDDELBURGS / KOOPLIEDEN en de signatuur SIMON Poinçonneur DU ROI.
Keerzijde: De nieuwe haven met daarin en daarnaartoe varende schepen bij opkomende zon, begroet door de inwoners van Middelburg. Daarboven MIDDELBURGS NIEUWE HAVEN, in de afsnede BEGONNEN 1815. GEOPEND 1817. ONDER DE REGERING VAN WILLEM I KONING DER NEDERLANDEN. BOURJÉ DELineavit.
J. Dirks, Beschrijving der Nederlandsche of op Nederland betrekking hebbende penningen geslagen tussen 1813–1863, dl. 1, Haarlem 1889, nr. 101
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 40 nr. 902
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 47
A. Meijer, Frappante gelijkenissen. J.P. Bourjé (1774-1834) als beoefenaar van kunst en wetenschap, Middelburg 1992, 45-48