Voorzijde: Standbeeld met voetstuk en trappen. De Ruyter blootshoofds en met halskraag in mantel met daaroverheen admiraalssjerp en draagband. In de rechterhand de commandostaf. Achter hem een stoel waarop een zeepaard. Op het voetstuk MICHAELI. ADRIANI. FILIO. RVITERO. P.ositum ANNO. MDCCCXLI. (Opgericht voor Michiel Adriaansz. de Ruyter in het jaar 1841). Daaromheen TERROR HOSTIVM—PATRIAE DECVS (De schrik der vijanden, het sieraad des Vaderlands). In de afsnede AD ROIJERI STATVAM EXCVDit VAN DER KELLEN. (Gemaakt door van der Kellen naar het standbeeld van Royer).
Keerzijde: Wapenschild van Vlissingen met daaromheen RVYTERI MANIBVS STATVAM VLISSINGAE PIA POSTERITAS DICAVIT MDCCCXLI (Een dankbaar nakomelingschap heeft te Vlissingen in 1841 aan de schim van de Ruyter een standbeeld gewijd.)
J. Dirks, Beschrijving der Nederlandsche of op Nederland betrekking hebbende penningen geslagen tussen 1813–1863, dl. 1, Haarlem 1889, nr. 595
A.H.G. Fokker, Catalogus der penningen en munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869 nr. 964
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 53