Voorzijde: Buste van prinses Anna naar links. Daaromheen ANNA Dei Gratia Magnæ BRittanniæ PRinceps REgia TOTius BELGii FOEDerati GVBernatrix MINORENNI PRINCIPI (Anna, door Gods genade kroonprinses van Engeland, gouvernante der Verenigde Nederlanden gedurende de minderjarigheid van de prins). Onder de arm de signatuur I.G.H. F.
Keerzijde: Een tombe met daartegenaan het wapenschild van het vorstelijk huis. Daarboven een hermelijnen mantel met daarboven een kroon. Op het voetstuk een geknotte boom met twee jonge oranjeboompjes. Op de voorgrond het roer van staat, een bundel pijlen (de zeven gewesten), het zwaard en schaal van Justitie, een muziekboek, palet met penselen en schildersdoek en een globe (kunsten en wetenschappen). Daaromheen NEC MAIESTATE NEC ÆTATE NEC VIRTVTE MOVITVR (Noch door de hoogste waardigheid, noch door jaren, noch door de deugd wordt de dood bewogen). In de afsnede NATA 2 NOVembris 1709 DENATa 12 JANuarii 1759. (Geboren 02 november 1709, overleden 12 januari 1759). In de rand de signatuur HOLTZHEY F.
Beschrijving van Nederlandsche historie-penningen, ten vervolge op het werk van mr. Gerard van Loon, dl. 5, Amsterdam 1848, 388 nr. CCCXLIX
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 36 nr. 825
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 39