Voorzijde: Gekroonde weegschaal, waarboven een stok met kaarsen en twee hammen. Daarnaast zijn aan de rechterkant een spitse ton en links een pot geplaatst. Eronder een stapel van vier in grootte verschillende kazen en een glas staand op een lint.
Keerzijde: Gekroonde weegschaal, hammen en kaarsenstok, botervloot eronder met daarop een lammetje of schaap om aan te geven dat het grasboter betreft. Links staat een graanzak en rechts een vat. Daaronder een kan met oor op een lint. Gildenummer 30.
Omdat er ook een dragerspenning met dezelfde keerzijde uit 1618 bestaat (Rijksmuseum NG-VG-8-732) is het zeer aannemelijk dat deze penning, in tegenstelling tot wat in catalogi vermeld staat, ook van rond die tijd stamt.
J. Dirks, De Noord-Nederlandsche gildepenningen, dl. 1, Haarlem 1878, 378
J. Dirks, De Noord-Nederlandsche gildepenningen, Atlas van platen, Haarlem 1879, pl. LXXI nr. 48
D.A. Wittop Koning, De penningen der Noord-Nederlandse ambachtsgilden, Amsterdam 1978, 30 nr. 24.1
M.G.A. de Man, Iets over het Vettewariersgilde te Middelburg en over een tot nu toe onbekenden begrafenispenning van dit gilde, in Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1901, 37 e.v.
C. Teulings, Bij “vernachte wete”… een onbeschreven Middelburgse Vettewarierspenning, in De Muntmeester 2011 nr. 1, 6-16