Voorzijde: Gekroonde weegschaal, waarboven een stok met kaarsen en twee hammen. Daarnaast zijn aan de rechterkant een spitse ton en links een pot geplaatst. Eronder een stapel van vier in grootte verschillende kazen en een glas staand op een lint. Gildenummer 192.
Keerzijde: Gelijk aan de voorzijde, maar in plaats van kazen een boterkuip.
Uit de gilde-administratie vastgelegd door M.G.A. de Man:
1684 Betaelt aen Gillys van de gilde over maeken van den cooppere vorm om penningen in te gieten £3.6.8.
1684 Betaelt aen mijnselven (Joh. Schoonaaker) voert maeken van 200 tynnen penningen en teyckenen samen £1.16.
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 130
J. Dirks, De Noord-Nederlandsche gildepenningen, dl. 1, Haarlem 1878, 379
J. Dirks, De Noord-Nederlandsche gildepenningen, Atlas van platen, Haarlem 1879, pl. LXXI nr. 49
D.A. Wittop Koning, De penningen der Noord-Nederlandse ambachtsgilden, Amsterdam 1978, 30 nr. 24.3
M.G.A. de Man, Iets over het Vettewariersgilde te Middelburg en over een tot nu toe onbekenden begrafenispenning van dit gilde, in Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Munt- en Penningkunde 1901, 37 e.v.
C. Teulings, Bij “vernachte wete”… een onbeschreven Middelburgse Vettewarierspenning, in De Muntmeester 2011 nr. 1, 6-16