In 1817 gevonden in een grafveld op het strand tussen Domburg en Oostkapelle, bij de voormalige plaats Walichrum. Het stond in een grafkist tussen de benen van een geraamte en was gevuld met 'een onkenbare natte stof, naar afgewreven slijpsteen gelijkende'.
Afgebeeld in de verhandeling van C.A. Rethaan Macaré plaat IV nr. 2.
Naamlijst Steenen Kamer nr. 25.
Catalogus oud- en zeldzaamheden, 1869 nr. 19
Archief 1869, 53 (jaarverslag)
C.A. Rethaan Macaré, Verhandeling over de bij Domburg gevondene Romeinsche, Frankische, Brittannische, Noordsche en andere munten: voorgedragen in het perpetueel committé van het Zeeuws Genootschap der wetenschappen, den 9 october 1837, Middelburg 1838, 33 (Overdruk KZGW 1992)
Archief 1884, Naamlijst Steenen Kamer nr. 25