Gewijd in opdracht van Primitius. Origineel in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, inv.nr. PB 9.
De originele sokkel werd in de tweede helft van de zeventiende eeuw gevonden op het strand van Domburg en kwam terecht op de buitenplaats Huis ten Duinen bij Oostkapelle, eigendom van Gecommitteerde Raad van Zeeland, Johan Godin. Aan het begin van de achttiende eeuw eigendom van Gerard van Papenbroek. Na diens overlijden in 1743 overgedragen aan de Leidse Hogeschool, in 1818 overgebracht naar het Rijksmuseum van Oudheden.
Inscriptie: DEAE / NEHALENN/AE T FL I / FORTVNAT / LIB / PRIMITIV / V S L (Aan de godin Nehalennia heeft Primitius, vrijgelatene van Titus Flavius Fortunatus, zijn gelofte ingelost, gaarne en terecht).
Naamlijst Steenen Kamer nr. 40.
F. Oudendorp, Brevis veterum monumentorum, ab amplissimo viro Gerardo Papenbroekio Academiae Lugduno/Batavae legatorum, descriptio in duas partes divisa, Leiden 1746, 11 nr. 9
L.J.F. Janssen, De Romeinsche beelden en gedenksteenen van Zeeland, Nieuwe Werken II, Middelburg 1845, 88 nr. 34
Archief 1884, Naamlijst Steenen Kamer nr. 40
A. Hondius-Crone, The Temple of Nehalennia at Domburg, Amsterdam 1955, 72 nr. 25
P. Stuart, Nehalennia van Domburg. Geschiedenis van de stenen monumenten, dl. 1, Utrecht 2013, 85 nr. 25
K. Heyning en A. Feldbrugge, Steenrijk Domburg. De lotgevallen van de stenen uit de Nehalenniatempel, Middelburg 2023, cat.nr. 23