Gevonden tussen 1647 en 1650. Opschrift: DEAE NEHALENNIAE / OB MERCES RECTE CONSER / VATAS M SECVND SILVANUS / NEGOTIATOR CRETARIVS / BRITANNICIANVS / V S L M
Vier fragmenten van het onderstuk bleven bewaard (drie stukken genummerd G3200, een fragment genummerd G3205 f). Het bovenste deel van dit altaar is nooit gevonden.
O. Vredius, Historiae comitum Flandriae libri prodromi duo, Brugge 1650, nr. 21
M. Smallegange, Nieuwe Cronyk van Zeeland, Middelburg 1696, 84 nr. 21
T. Speeleveldt, Brieven over het eiland Walcheren, ’s Gravenhage 1808, 115
L.J.F. Janssen, De Romeinsche beelden en gedenksteenen van Zeeland, Nieuwe Werken, II, 1845, 75-83
A. Hondius-Crone, The temple of Nehalennia at Domburg, Amsterdam 1955, 70 nr. 23
P. Stuart, Nehalennia van Domburg, Geschiedenis van de stenen monumenten, Utrecht 2013, dl. 1, 55-57 nr. 7
K. Heyning en A. Feldbrugge, Steenrijk Domburg. De lotgevallen van de stenen uit de Nehalenniatempel, Middelburg 2023, cat.nr. 3