Voorzijde: Algemene huwelijkspenning van Martinus Holtzhey: een gevleugelde oude man, bekleed met een lendedoek, op het hoofd een gevleugelde zandloper, wordt aan zijn rechterhand meegetrokken door een gevleugeld jongetje, dat in zijn rechterhand een zeis houdt. De grijsaard wijst met zijn linkerhand naar een obelisk waarop XXV staat in een cartouche van twee palmtakken. Bovenop de obelisk zit een pelikaan die met haar eigen bloed haar jongen voedt. Aan weerszijden oranjeappelbomen. Voor de obelisk staat een altaar waarop in een medaillon een ooievaar is afgebeeld. Op het altaar twee brandende harten, verbonden door een lint. Op de achtergrond een vijver met een schip, twee zwanen en een fontein. Op de oever daarachter een obelisk waarop een L is aangebracht, geflankeerd door twee palmbomen waarvan de linker nog juist zichtbaar is. Links op de voorgrond een voetstuk waarop een hond ligt. Erboven een alziend oog, omringd door stralenschietende wolken. Omschrift: DUS BLOEIT DE - TROU - VAN MAN EN VROU.
In de afsnede: M. HOLTZHEY. FEC.
Keerzijde: Onder het alziend oog, wolken, hemellicht en sterren een banderol waarop GETROUD DEN 21 APR.1712. Daaronder Een vierde Eeuw / duurde d’Huwlyksband / Van FERNY en zyn liefste pand / Vrouw Willekens / Vier Schoone Looten / De Vreugd hierover zeer vergroten / GODT zy hun GODT en eeuwig goed! / GODT neemt hen alle in zyn behoed! Daarboven een lint waarop IOHAN VAN FERNY MET DEBORA WILLEKENS. Onderaan twee brandende huwelijksfakkels omstrengeld door rozen en verenigd door brandende harten. Daaronder MIDDELBURG / 1737.