Dossier: Van den Propriëteyten der Dinghen
In mei 1785 schonk Karel Koenraad Reitz (1748-1810) het Zeeuws Genootschap de Middelnederlandse vertaling van De Proprietatibus rerum: Van den Proprieteyten der Dinghen. Deze encyclopedie, waarin de Schepping, de wereld en haar bewoners staan beschreven, werd rond 1240 door de Franciscaner monnik Bartholomaeus Anglicus geschreven. Vanaf 1245 werd het handschrift gekopieerd en verspreid. Bartholomeus (geboren in Engeland rond 1200) studeerde in Oxford en werd later hoogleraar aan de Universiteit van Parijs. Rond 1224 trad hij toe tot de Orde van de Franciscanen. In deze eerste middeleeuwse encyclopedie ‘over de eigenschappen der dingen’ legt hij in negentien in het Latijn geschreven delen Gods Schepping uit. Daarbij systematisch gebruikmakend van de toen bekende naslagwerken waaronder een aantal uit de klassieke oudheid, zoals de geschriften van Aristoteles en Hippocrates.
In de middeleeuwen zijn van dit werk vele afschriften gemaakt. In 1472 werd de Latijnse encyclopedie voor het eerst ook gedrukt. Kort daarop verschenen vertalingen in de verschillende West-Europese volkstalen. In het Frans verscheen het werk in 1482. De Middelnederlandse incunabel werd door de van oorsprong Zeeuwse drukker/uitgever Jacob Bellaert in Haarlem in 1485 uitgebracht. Later volgden vertalingen in het Spaans (1494) en in het Engels (1495). Net als in de handschriften ging de uitgave van Bellaert in de gedrukte versie vergezeld van een twaalftal grote afbeeldingen en versierde initialen. Sommige exemplaren van Bellaerts editie zijn ingekleurd, andere niet. Het exemplaar in het bezit van het Zeeuws Genootschap is gedeeltelijk ingekleurd.
Bartholomeus Anglicus deelde de wereld in volgens de toen geldende hiërarchie. Als eerste kwam het rijk der hemelen aan bod. Verderop de verschillende natuurrijken die steeds op de houtsneden aan het begin van het bewuste deel verbeeld zijn. Zo is er een gravure met bloemen en planten, een met vogels, en een met vissen. Op de laatste houtsnede staan de viervoetige dieren waaronder een olifant afgebeeld. Dat was opzienbarend. De meeste mensen in West-Europa hadden nog nooit een olifant gezien. Hoogstens erover gehoord. In het boek Der Naturen Bloemen van Jacob van Maerlant, een vertaling van een andere Middeleeuwse encyclopedie, staat eveneens een olifant, maar die lijkt nog lang niet op het beest zelf. Die in de Proprieteyten der Dinghen, ziet er als een echte olifant uit. Karel Reitz, die dit boek aan het Zeeuws Genootschap schonk, hield zich naast zijn werk als advocaat en griffier van de Raad van Vlaanderen graag bezig met exotische dieren. Zo schonk hij het Genootschap in 1789 de hoorn van een ongeboren rhinoceros en hield hij in 1791 een praatje over de mysterieuze eenhoorn. Wie goed kijkt, ziet dit dier op de houtsnede van de viervoetige dieren in de Proprieteyten der Dinghen.
Een kritisch geannoteerde versie van de Propriëteyten der dinghen is te vinden op www.dbnl.org. Gedigitaliseerde edities van de tekst met afbeeldingen zijn te vinden op www.digitalcollections.universiteitleiden.nl en www.bartholomeusengelsman.huygens.knaw.nl
waar ook bijgaande ingekleurde afbeeldingen uit afkomstig zijn.
Veronica Frenks/Katie Heyning