Voorzijde: Kruis, met daaromheen twee ringen en een parelrand.
Keerzijde: Kruis betaande uit vier driehoeken, elk met twee puntjes. Daaromheen een parelrand.
Muntplaats vooralsnog onbekend.
Afgebeeld in de verhandeling van C.A. Rethaan Macaré plaat III nr. 68.
C.A. Rethaan Macaré, Verhandeling over de bij Domburg gevondene Romeinsche, Frankische, Brittannische, Noordsche en andere munten: voorgedragen in het perpetueel committé van het Zeeuws Genootschap der wetenschappen, den 9 october 1837, Middelburg 1838 (Overdruk KZGW 1992)
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 33, 920