Dit monument voor een onbekende officier van Deens/Zeeuwse afkomst die in 1603 sneuvelde bij het beleg van Oostende, bevond zich in de St. Jacobskerk te Vlissingen aan de zuidzijde van het orgel. Bovenaan twee wapens waarvan een van de Zeeuwse familie Honigh.
Het opschrift luidde: Inmissa Ostendae tormenti glande gemella / Fortis longe tibi tibia secta cadit, / Dania te luget, mater Flissinga paremtum / Exigua lacrimis, denique condit humo. / Quid genus aut tituli, ac forti in pectore virtus / Quid vernans primo flore juventa juvat? / Mens patriam repetit superam, quae mentis origo, / Hic tibi vitutis gloria parta manet.
De tekening werd samen met vijf andere in opdracht van het Zeeuws Genootschap gemaakt naar achttiende-eeuwse tekeningen in de Verzameling W. van der Lely in de Koninklijke Bibliotheek. Johannes Godefridus Frederiks, lid van het Genootschap en woonachtig in Den Haag bemiddelde hierbij.