Een klankpot in de muur of in het gewelf van een kerk versterkt een bepaalde toon als er gezongen wordt; iedere pot dient een eigen toon. Daarom zijn er altijd meerdere potten ingemetseld met de opening naar de kerkruimte toe, in de bovenzijde van een muur of in het gewelf van het schip, op enige afstand van elkaar.
Dit potje werd in 1902 bij het afbreken van de Ned. Herv. Kerk van Bruinisse samen met zeven andere aangetroffen op een hoogte van 6,5 à 7 meter. De andere potten sneuvelden bij de sloop van de kerk.