Gevonden in een half afgegraven vliedberg in de Oostkerkepolder, op de zogenoemde Tol of Torenweide. Samen met andere vondsten besproken door de schenker in een voorlezing voor het Zeeuws Genootschap op 3 april 1847 (Hs 4063).
Naamlijst Steenen Kamer nr. 128.