Nehalennia staat met haar linkervoet op de steven van een schip, in haar handen een schaal met fruit; ze draagt een lang gewaad en een korte schoudermantel; rechts van haar stond een hond (ontbreekt nu).
Op de onderkant staat de inscriptie: DEAE NEHALENI/AE IANVARINIVS / AMBACTHIVS PRO/ SE ET SVIS V R L M (Aan de godin Nehalennia heeft Ianuarinius Ambacthius voor zichzelf en de zijnen zijn gelofte ingelost, gaarne en terecht). Ook de zijkanten van het altaar zijn in tweeën gedeeld: op beide staat een samenstelling van acanthusbladeren, op de bovenste delen geflankeerd door pilasters.
Deze steen werd op het strand van Domburg gevonden tussen 1647 en 1651. In de zeventiende eeuw stond de votiefsteen op de buitenplaats Rusthof, eigendom van Johan van der Stringe; in 1734 in de gang van het pand Wagenaarstraat 1 in Middelburg, op dat moment eigendom van raadpensionaris Caspar van Citters. Na zijn dood overgedragen aan de toenmalige ambachtsheer van Domburg en geplaatst in de Ned. Hervormde kerk van Domburg.
Hierbij horen twee losse stukken G3205 h en G3217.
Naamlijst Steenen Kamer nr. 34.
M. Smallegange, Nieuwe Cronyk van Zeeland, Middelburg 1696, 674
G. van Loon, Aloude histori [...], 's Gravenhage 1734, 292-293
Catalogus der oud- en zeldzaamheden, 1869 nr. 14
L.J.F. Janssen, De Romeinsche beelden en gedenksteenen van Zeeland, Nieuwe Werken II, 1845, 63 nr. 26
Nehalennia, Jaarboekje voor Zeeuwsch geschiedenis en letteren, dl. I, 1849, 166-168
Archief 1884, Naamlijst Steenen Kamer nr. 34
A. Hondius, The temple of Nehalennia at Domburg, Amsterdam 1955, 24 nr. 2
Archief 2001, 74
P. Stuart, Nehalennia van Domburg, Geschiedenis van de stenen monumenten, dl. I, Utrecht 2013, 74 nr. 19
K. Heyning en A. Feldbrugge, Steenrijk Domburg. De lotgevallen van de stenen uit de Nehalenniatempel, Middelburg 2023, cat.nr. 16