Eén uit een serie van 42 gravures van de gedenkstenen sinds 1647 gevonden in Domburg die onder toezicht van oudheidkundige Hendrik Cannegieter tussen 1737 en 1745 werden gemaakt in opdracht van Ewoud van Dishoeck, ambachtsheer van Domburg. De serie werd in 1835 in opdracht van het Koninklijk Nederlandsch Instituut gedrukt. Op voorstel van prof. C.J.C. Reuvens werd een reeks aan het Genootschap geschonken.
Het Genootschap kwam in 1866 in het bezit van deze votiefsteen (G3224).