Voorzijde: IJsvogel Halcyon. Ze was een dochter van de windgod Aeolus. Haar geliefde was Ceix, de zoon van de morgenster. Ze stortte zich in zee toen Ceix bij een zeereis omkwam. Ze werden door de goden in een ijsvogel veranderd, ✿ SÆVIS ✿ TRANQVILLVS ✿ IN ✿ VNDIS ✿ (Rustig te midden van wilde golven). Dit was het devies van Willem van Oranje en in de zestiende eeuw een bekend symbool voor standvastigheid.
G. van Loon, Beschrijving der Nederlandse Historipenningen, ’s-Gravenhage 1723, dl. I, 345.1
O.N. Roovers: De Noord-Nederlandse triumfpenningen, Jaarboek van het Nederlandsch genootschap voor munt- en penningkunde 1953, 37 nr. 94
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 11 nr. 259
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 8