Vier pekkransen met twee ijzeren bakken, de verbindingskettingen ontbreken. Afkomstig van het wachthuis Dishoek dat in 1831 en volgende jaren aan de duinen bij Koudekerke stond. De kransen waren bestemd om een signaal af te kunnen geven bij een mogelijke landing van de Belgen. Notaris Jan Loeff (1777-1849), de grootvader van de schenker, was rond 1830 majoor van de rustende schutterij.