Voorzijde: Centrale stok met puntcirkel in het midden, aan weerszijden geflankeerd door een kleinere stok met een puntcirkel aan de buitenzijde ernaast.
Keerzijde: Leliekruis met puntcirkel in het midden.
In tegenstelling tot de munten volgens Ghijssens 515 en 517 heeft deze munt geen kromstaf, wat mogelijk duidt op een muntslag buiten de Abdij van Middelburg.
J. Ghijssens, Les petits deniers de Flandre des XIIe et XIIIe siècles, Brussel 1971, 514
A. Haeck, De munten van de graven van Vlaanderen, Brussel 1973, 111
P. van Dijk en M. Bil, Moneta Walacren, 13e-eeuwse penningen uit Middelburg, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 106 (2019), 19-54