Voorzijde: Aanziend hoofd met grote ogen en wilde haardos en baard. Aan beide zijden van het hoofd een kruis.
Keerzijde: Gestileerd beest naar links met de poten gevouwen onder het lichaam en uitlopend in klauwen. De kop van het beest is naar achteren gekeerd en lijkt naar de staart te bijten.
Herkomst: Denemarken, mogelijk Ribe.
Stempelovereenkomst met GM3959.
Afgebeeld in de verhandeling van C.A. Rethaan Macaré plaat II nr. 5.
A. De Belfort, Description générale des monnaies mérovingiennes par ordre alphabétique des ateliers dl. IV, Parijs 1894, 222 nr. 5784
Archief 1856, II, 1
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 67 nr. 597
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 279
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 28, 758
C. Feveile, Series X and coin circulation in Ribe, In: T. Abramson (ed.), Studies in Medieval Coinage, Volume I: Two decades of Discovery, Woodbridge 2008, 53-68