Opgevist in de Zeeuwse wateren voor 1911. Onderkaak ontbreekt. Verkregen door ruiling van een aantal objecten met het Stedelijk Museum in Vlissingen.
Deze schedel is, gezien de slijtage aan de tanden, afkomstig van een oud dier. Walrussen eten in hoofdzaam schelpdieren en kreeftachtigen, verder ook zeeëgels en zeekomkommers. Door het constant vermalen van de schelpen slijten hun tanden.
NHG22005
NHG22346