Tot steekwapen bewerkt en geornamenteerd scheenbeen, verfraaid met rode zaden, witte caix-zaden en casuarisveertjes van rode en witte kleurstof. Gedragen door mannen aan de bovenarm als waardigheidsteken. Circa 1956 verkregen via bemiddeling van pater Jan Verschueren, missionaris van het Heilig Hart, werkzaam in het zuidoosten van voormalig Nederlands Nieuw-Guinea, in het gebied van de rivier Koembe.