Mannelijk voorouderbeeld, gehurkt zittend op een laag bewerkt plateau met de armen rustend op de knieën. Het hoofddeksel is afgebroken. Het beeld is afkomstig uit de omgeving van de Leti- en Tanimbar-eilanden. Het is een van de vijf beelden, die geschonken zijn in 1906. In 1950 telt de collectie van het Genootschap echter zes beelden. Het is onduidelijk welk beeld er later is bijgevoegd of dat het oorspronkelijk toch om zes beelden ging.