Voorzijde: Gekroond hoofd met diadeem naar rechts. Voor het gezicht oTIC.
Keerzijde: Gepareld vierkant waarboven een kruis. In het midden van het vierkant een ring, daarboven T T, eronder / \
Herkomst: Angelsaksische koninkrijken.
Afgebeeld in de verhandeling van C.A. Rethaan Macaré plaat I nr. 27.
A. De Belfort, Description générale des monnaies mérovingiennes par ordre alphabétique des ateliers dl. IV, Parijs 1894, 232 nr. 5825
Archief 1856, II, pl. I, 27
P.O. van der Chijs, De Munten der Frankische en Duitsch-Nederlandsche vorsten, Haarlem 1866, pl. V, 53
A.H.G. Fokker, Catalogus der Penningen en Munten in het kabinet van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1869, 66 nr. 577
M.G.A. de Man, Catalogus der numismatische verzameling van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, Middelburg 1907, 254
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 1, 7