Voorzijde: Hoofd met diadeem naar rechts. Achter de nek een liggende V-vorm, daarvoor enige runenachtige karakters.
Keerzijde: Kruis met een bolletje in elk van de vier kwadranten. Daaromheen een ringetje, V-vormen en punten.
Herkomst: Friesland, in navolging van serie C uit Kent.
P.O. van der Chijs, De Munten der Frankische en Duitsch-Nederlandsche vorsten, Haarlem 1866, pl. V, 43
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 4, 108
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the Sceattas of Series D, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2003