Voorzijde: Hoofd met diadeem naar rechts op parelkraag. Keerzijde: Kruis met een bolletje in elk van de vier kwadranten. Daaromheen een kruis, strepen en een V-vorm.Herkomst: Friesland, in navolging van serie C uit Kent.
Archief 1914, XXIIIW. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 7, 188W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the Sceattas of Series D, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2003