Voorzijde: Boog uitlopend in een driehoek met links daarvan stekelharen, vier horizontale strepen voor de boog.
Keerzijde: Gepareld vierkant, een kruis aan de linker- en onderzijde. Een haak linksonder. In het midden van het vierkant een ring, daarboven twee T's en eronder twee schuine strepen / \ met daartussen een bolletje.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 12, 327
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010