Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, een driehoek bovenaan de boog bevestigd, daaronder een kruis. Ervoor een V-vorm.
Keerzijde: Gepareld vierkant, een kruis op de zichtbare zijden. In het midden een ring, daarboven twee T's en eronder twee schuine strepen / \.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
Deze munt werd gevonden door H.J. Boogaert op het strand van Domburg en is afgebeeld in zijn fotoboek [ZN06] op bladzijde 4 nr 56.
Archief 1949, XI
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 12, 378
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010