Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, drie horizontale strepen voor de boog en daarvoor een boogje of ringetje. Bovenin de boog een driehoek.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden. Daaromheen een T, een haak die de rechterbovenhoek afsluit, een schuine streep en een kruis. Buiten het vierkant twee V's.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 17, 447
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010