Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, twee horizontale strepen voor de boog en daaronder een kruis. Linksboven langs de boog vier stippen.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden. Daaromheen een haak en een schuine streep, de overige tekens zijn onherkenbaar.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
Deze munt werd gevonden door H.J. Boogaert op het strand van Domburg en is afgebeeld in zijn fotoboek [ZN06] op bladzijde 5 nr 108.
Archief 1949, XI
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 16, 437
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the 'Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010