Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, een driehoek aan de boog vast. Bolletjes aan de haren aan de kant van de boog, en bolletjes in en onder de driehoek.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden met daarin een bolletje. Daaromheen vier streepjes met aan een eind een bolletje, twee aan twee parallel. Tussen de strepen twee bolletjes.
Herkomst: Friesland en/of Dorestad.
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 17, 471
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010