Voorzijde: Boog met links daarvan stekelharen, een driehoek aan de boog vast. Stippen onder de driehoek. Rechts naast de driehoek een haak met daarvoor een driehoek.
Keerzijde: Gepareld vierkant, ring in het midden met daarin een bolletje. Daaromheen vier streepjes met aan een eind een bolletje, twee aan twee parallel.
Herkomst: Domburg (en/of Dorestad).
W. Op den Velde en C.J.F. Klaassen, Sceattas and Merovingian deniers from Domburg and Westenschouwen, Middelburg 2004, pl. 19, 528
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume I, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2009
W. Op den Velde en D.M. Metcalf, A Study of the ‘Porcupine' Sceattas of Series E, Volume II, Jaarboek voor Munt- en Penningkunde 2010